Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [23]Ziet toe voor uzelven, [24]dat wij niet verliezen, hetgeen wij gearbeid hebben, maar een [25]vol [26]loon mogen ontvangen. 23. Dat is, hebt acht op uw eigen zaligheid, waarvan gij zoudt vervallen, zo gij u door hen laat verleiden. Zie Hand.20:28. 24. Dat is, opdat wij, namelijk apostelen, die u tot de kennis der waarheid gebracht hebben, de vrucht van onzen arbeid aan u niet verliezen; of dat gij, [gelijk anderen lezen] namelijk die de ware leer eens aangenomen hebt en naar deze uw belijdenis en wandel, welke is het eeuwige leven, niet verliest, door verleiding tot afval gebracht. 25. Dat is, overvloedig. 26. Namelijk wij apostelen van onzen arbied, als die aan u niet vergeefs zal aangewend zijn. Zie Fillip.4:1; 1 Thess.2:19; of gij gelovigen, als gij tegen de verleiding standvastig blijft bij de ware leer van het Evangelie.